Nadat ik een paar dagen terug was uit de afkickkliniek, probeerde ik weer zo ‘normaal mogelijk’ mijn leven op te pakken. Hoewel ik veel dingen doodeng vond, moest ik me over -schijnbaar- normale dingen heenzetten. Zo was het elk weekend een uitdaging om aanwezig te zijn bij alle sportactiviteiten van de kids. Dat begon in alle vroegte aan de lijn bij het voetbalveld van mijn zoon, dan naar de hockey van een van de meisjes en dan hup naar zeilen. Ondertussen speelde mijn jongste dochter ’s middags vaak nog bij een vriendinnetje. Dat was logistiek weliswaar even aanpoten, maar ik zag vooral op tegen al die ongevraagde gesprekken met ouders. Zo stond ik, nadat ik ruim twee maanden van de aardbodem was verdwenen, weer langs de lijn. Meteen kreeg ik vragen als: ‘Waar heb jij al die tijd gezeten? ‘Of ‘Zo, heb jij eindelijk weer eens tijd gevonden om te kijken hoe je kind speelt?’ Dat steekte natuurlijk enorm. Ze moesten eens weten! Ik ben door een hel gegaan en het waren de zwaarste maanden van mijn leven geweest. Na de derde week uit de afkickkliniek besloot ik die zaterdag eens eerlijk te zijn naar een aantal ouders over waar ik was geweest. De reacties waren – laat ik me zacht uitdrukken – uiteenlopend. Ik merkte al gauw dat het een onderwerp is waar iedereen even makkelijk over praat. Zo vroeg een moeder: “maar als je dan nooit meer kan drinken en een van je kinderen gaat trouwen, kan je dan ook geen champagne drinken? ”. En die raakte mij… want daar zit ie dus precies. Dat nooit meer drinken, ongeacht wat er gaande is, daar zat voor mij de angst want ik kon niet mét alcohol maar nooit meer zonder vond ik ook niet zaligmakend. Ik had zeven redenen om te drinken, dat waren de dagen van de week. Dus ik was jammer genoeg geen gelegenheidsdrinker.
Stoppen met drinken: dat kunnen we allemaal wel. Maar gestopt blijven! Dat is een ander verhaal. Ik ben zo vaak gestopt maar net zo vaak ook weer begonnen en op sommige dagen zaten daar maar een paar uurtjes tussen. Die belofte met mezelf kon ik niet hard maken; De onderhandelingen in mijn hoofd vierden in die tijd hoogtij en overwonnen vaak mijn eerdere gemaakte beloften.
Nu gaat de horeca weer open en kunnen we weer gaan drinken, althans dat is het eerste wat ik denk. Mensen met een wat minder grote obsessie voor alcohol, denken: wat gezellig dat we weer met elkaar uit eten kunnen. Tijdens dat soort etentjes ben ik dan oprecht jaloers op vriendinnen die echt twee glazen drinken en waarvan ik weet dat ze niet stiekem thuis nog een fles naar binnen werken. Want waar ligt die scheiding tussen problematisch drinken en verslaafd zijn? Die lijn is heel dun, maar wat ik wel weet is dat ik zelf talloze pogingen heb gedaan om te minderen en soms een paar dagen te stoppen. Als ik toch weer aan het romantiseren ga over het idyllische wijntje op het terras, kan ik inmiddels de film doorspoelen. Ik weet precies wat er dan gaat gebeuren. Die brief aan mezelf, die heb ik helemaal uitgeschreven en in mijn tas gestopt. Ik ben machteloos over dat eerste glas…Dat nooit meer drinken is heel groot en voor mij te groot, maar de kans dat ik champagne drink tijdens het huwelijk van een van mijn kinderen acht ik heel klein.